tvc

Voor het omgaan met emoties biedt focussen (of Focusing) concrete handvatten. Het biedt mogelijkheden om in contact te komen met ‘verdrongen’ emoties én om een goede afstand te vinden tot overweldigende emoties. Focussend omgaan met emoties brengt cliënten in het ‘nu’ en helpt hen vooruit in hun leven. Het helpt vooral bij het opheffen van blokkades en het anders omgaan met belemmerende patronen. Beide zijn vaak ontstaan in het verleden. Focussen gaat niet zo zeer om het analyseren van het verleden maar veel meer om de emotionele heling die nodig is om weer vooruit te kunnen. De lichamelijke kant van de ervaring rond  een probleem speelt hierbij een sleutelrol. Via een zichzelf ontvouwend proces leidt focussen naar de ervaring een completer mens te zijn.  Focussen is een eenvoudig én krachtig instrument voor de coachingspraktijk.

Emotie is een persoonlijk gekleurde reactie op een gebeurtenis
tvc 2Emoties zijn natuurlijke reacties op gebeurtenissen in ons leven. De aard en de intensiteit ervan zijn persoonlijk gekleurd. Aanleg, cultuur en eerdere ervaring bepalen die kleuring. Niet alle baby’s huilen op dezelfde manier als ze honger hebben. Mensen uit verschillende culturen reageren verschillend op vergelijkbare gebeurtenissen. Daarnaast spelen vroegere ervaringen en de mogelijkheden om deze al dan niet adequaat het hoofd te bieden een belangrijke rol. Hoe we vervolgens met deze emoties omgaan is eveneens bepaald door zowel aanleg als de loop van ons leven. De één heeft zich afgesloten van (bepaalde) emoties, de ander wordt er juist door overspoeld. Op een constructieve manier omgaan met emoties helpt het leven ten volle te leven. Focussen biedt daarvoor het gereedschap. Emoties die in de weg lijken te zitten, blijken juist een ingang te kunnen vormen tot een vollediger manier van leven. De grondlegger van focussen Eugene Gendlin zegt daarover: “Ieder onaangenaam gevoel is potentiële energie voor een betere manier van leven, mits je het de kans geeft zich te bewegen in de richting van dat betere.” In dit artikel wil ik laten zien hoe focussen kan helpen contact te maken met die potentiële energie en de richting te vinden waarin die zich wil bewegen. Vervolgens wil ik  laten zien dat dezelfde vaardigheid ook het contact kan herstellen met verdrongen emoties. Ik begin met een concreet voorbeeld.

Klaas is boos
tvc 3Klaas is over het algemeen een vriendelijke, rustige man. Er zit hem iets dwars. Als hij in een overlegsituatie zit waarbij hij zelf belanghebbende is, dan gebeurt er iets met hem. Hij lijkt zichzelf niet meer te zijn. Al zijn kennis over onderhandelen en het omgaan met conflicten lijkt als sneeuw voor de zon verdwenen. Hij wil dan zijn zin doordrijven en heeft weinig oor meer voor het verhaal van de ander.  Hij schaamt zich daarvoor en wil ervan af.

Ik vraag Klaas eens na te gaan hoe de hele situatie rondom zo’n conflictmoment in zijn lijf aanvoelt. Er is duidelijk iets merkbaar. Het zit in zijn buik, het is groot en dik en lijkt zich ook naar zijn armen te willen uitstrekken. Ik nodig Klaas uit om een beetje ruimte te maken voor dit grote en dikke gevoel in zijn buik, en het als het ware even toe te knikken, ‘ja, ik merk dat je er bent’. Tot zijn verrassing merkt Klaas dat het daarmee al iets minder heftig wordt. Op een vriendelijke en niet oordelende manier nodigen we dat dikke daar vanbinnen uit iets meer van zichzelf te laten zien. Het is dik en groot en het is net of er voor hem weinig ruimte overblijft. Dan voelt hij opnieuw de boosheid, hij wil het grote wegdrukken. Bij het spiegelen zorg ik ervoor Klaas zijn eigen woorden te gebruiken:  “daar is iets groots en diks én er is een willen-wegdrukken.” Klaas merkt dat het willen-wegdrukken iets lijkt te willen beschermen.  Er komt een herinnering aan een situatie uit zijn jeugd, goh hij was het helemaal vergeten. Als jongen van een jaar of zes had hij straf gekregen voor iets dat hij niet had gedaan. De onderwijzer was erg boos en liet hem geen enkele ruimte om iets te zeggen. Klaas kon er niet tegen op, het deed pijn en voelde heel onrechtvaardig. Hij heeft zich op dat moment heilig voorgenomen dat als ‘hij groot was’, hij zoiets nooit meer zou laten gebeuren. Na dit verhaal volgt er een zucht en het blijft een tijdje stil. “Het deed echt pijn,” zegt Klaas, “hier op mijn borst, alsof ik weg geschopt was.” ….. Ik spiegel zijn woorden en laat hem de ruimte daar wat bij te zijn. Na verloop van tijd meldt Klaas dat het zachter en ruimer is geworden van binnen. Dat het grote en dikke kleinere, ‘normale’ proporties heeft aangenomen en dat hij iets kan voelen van een rustige kracht om aandacht voor zichzelf én voor de ander te hebben.

Op zoek naar het ‘meer’ van de emotie
Emoties staan niet op zichzelf maar dragen een verhaal met zich mee én een impliciet weten van een volgende stap. Ze hebben bovendien een lijfelijk ervaarbare kant. Het is deztvc 4e lijfelijke kant die  de ingang is naar de potentiële energie voor een meer volledig leven. Die komt vrij als je ruimte maakt en aandacht hebt voor dat wat voelbaar is in je lijf. Je kunt het zien als de bekende ijsberg. Wat boven water zit is wat je weet, de niet te verklaren boosheid van Klaas in conflictsituaties. De eerste stap in een focusproces bestaat uit het nagaan hoe deze situatie in het lichaam aanvoelt. Dit geeft over het algemeen al wat ruimte, het begrenst én er komt erkenning voor wat er is. Er is een Iets dat in het lijf gevoeld wordt. En er is een Ik dat dit ervaart. De volgende stap is het aangaan van een relatie tussen het Ik en het Iets. Het ik, Klaas, begroet als het ware het Iets. Hij gaat het niet analyseren maar begint met erkenning geven, ‘hè ja, dat is wat ik voel’. In de vriendelijke, open en uitnodigende manier van aandacht hebben kan het Iets zich langzaam ontvouwen. Dat is een bijna magisch proces. Het belangrijkste dat Klaas kan doen is hiervoor een rode loper uitleggen. Met ieder stapje in dit zichzelf voltrekkend proces komt er iets meer lucht en een ervarend weten: dit klòpt. Het komt vanzelf, stap voor stap, en in zijn eigen volgorde, je kunt het niet versnellen of stappen overslaan. De ervaring leert dat dat proces zich altijd begeeft in een richting die goed voelt. Er blijkt ‘daar vanbinnen’ een impliciet weten aanwezig over wat goed is voor onszelf en voor de omgang met onze omgeving. Impliciet omdat het niet al klaar ligt maar zich ontvouwt in een proces, iedere stap is de voorbereiding op de volgende stap. Wat Klaas in dit proces gedaan heeft,  is zijn aandacht verleggen van ‘ik wil er van af’ naar  ‘hoe voelt dit in mijn lijf?’. Onderweg is hij geboeid geraakt door het proces dat in hem plaatsvindt. En hij laat zich erdoor leiden. Met de stappen komt er rust, ruimte, het wordt zachter én er is een kracht voelbaar, een rustige kracht waardoor zijn gedrag kan en zal veranderen. Als begeleider ben ik steunend en uitnodigend aanwezig geweest. Ik heb met Klaas ruimte gemaakt zodat het proces zich kon ontrollen, ontvouwen.

Nu ervaart Klaas meer ruimte  om in onderhandelingssituaties vanuit zijn volwassen ik te reageren. Hierin zijn eigen grenzen te onderkennen en te bewaken en ook oog te hebben voor de wensen en de noden van de andere partij. En mocht het jongetje van zes zich in hem roeren dan weet Klaas hoe hij daar zorg voor kan hebben, zónder dat de emoties de overhand nemen.

Joke voelt zich vlak en moe
tvc 5Joke haar vraag ligt heel anders. Joke is een opgewekte vrouw die altijd voor iedereen klaar staat. Ze komt met de klacht dat ze zo moe is en vlak, er lijkt weinig kleur in haar leven te zijn. Ze voelt zich overvraagd en kan zich daar slecht tegen verweren.
Het lijkt wel of zij altijd degene is die er nog wel wat bij kan hebben. Nieuwe klussen komen vaak op haar bordje terecht terwijl zij, net als de collega’s, tot over haar oren in het werk zit. Achteraf weet ze dat ze eigenlijk ‘nee’ had moeten zeggen, maar dan is het alweer gebeurd.

Ik vraag haar zich een concrete situatie voor te stellen waar een nieuwe klus verdeeld moet worden. Op mijn uitnodiging eens na te gaan hoe dat in haar lijf voelt, zegt ze dat ze niet zo veel voelt. Ze ziet vooral die collega waarvan ze weet dat die het thuis ook moeilijk heeft, die kan het er echt niet bij doen. Zo komen alle collega’s langs, er is vooral begrip voor deze collega’s en hún ‘nee’ klinkt heel logisch. Ik spiegel vooral het begrip dat Joke voelt, zonder oordeel, zonder interpretatie, en vraag:  “En misschien is dat wel voelbaar zo ergens in je lijf?” Tegen haar verwachting voelt het warm onder in haar buik, er is compassie voelbaar en een willen-zorgen voor de collega’s. Ik spiegel deze gevoelens. Dan blijkt er ook iets te wringen. Het is klein maar aanwezig, voelbaar hoog op de borst bij de overgang naar de keel. Het wordt stil en dan komt er een traan. Het is net of daar een klein meisjes zit te roepen:  “En ik dan?” Er lijkt bijna geen ruimte voor dit gevoel te zijn maar het is er wel! En het is net of niemand het meisje hoort. Het voelt klein en kwetsbaar. Het is een heel tere plek, als een poppetje van breekbaar porselein. Er komen nog meer tranen. Joke vertelt hoe goed het doet om hier aandacht voor te hebben. Het voelt verdrietig, heel verdrietig. “Er was nooit tijd voor mij”, en ze vertelt over een gehandicapt broertje waar vroeger veel aandacht naar uitging en hoeveel iedereen van dit kind hield, ook zij. Daarbij voelt ze opnieuw de warmte in haar buik … én er is dit hele kleine plekje bij haar keel. We zijn er bij met vriendelijke, uitnodigende aandacht. Na verloop van tijd verandert er iets daar vanbinnen. Er is een soort dankbaarheid voor de aandacht die het krijgt. Het meisje daar vanbinnen speelt nu rustig met een pop. Joke is stil en geraakt, dit doet heel goed, het voelt rustig en vredig. En er is tijd nodig dit te laten bezinken.

Als er geen emotie lijkt te zijn
tvc 6In het verhaal van Joke is de ingang niet een sterke emotie maar juist een gevoel van vlakheid. Ook hier is de eerste stap het zoeken naar de lijfelijke kant zodat zich een Iets kan vormen. Soms duurt het even voor een goede ingang gevonden wordt. Op de eerste vraag naar het lijf voelde Joke niet iets. Maar als ze het willen-zorgen mee naar binnen neemt, is ze verbaasd over de warme plek die ze in haar buik kan voelen. Als er eenmaal een lichamelijke ervaring is, dan komt de relatie aan bod, het Ik dat aandacht heeft voor het Iets. En ook hier ontvouwt het proces zich vervolgens van binnenuit. Het is onvoorspelbaar en voelt als heel kloppend. Het maakt ruimte voor (weggestopte) pijn en daarmee voor de gestolde maar altijd aanwezige levensenergie. In dit proces komt er ook bij Joke steeds meer ruimte om een ‘nee, dit niet voor mij’ te voelen en haar grenzen aan te geven, zowel in haar privé leven als in haar werk.

Breed toepasbaar
De reikwijdte en toepassingsmogelijkheden van focussen zijn groot, zowel in de breedte als in de diepte. Het is een belangrijk onderdeel van de Cliëntgerichte Experientiële Therapie en heeft zijn wortels in Amerika. Hoewel oorspronkelijk ontstaan binnen de klinische therapie (zie kader) kent focussen ook veel toepassingen daarbuiten. De grondlegger Gene Gendlin draagt nadrukkelijk uit dat iedereen kan (leren) focussen en dat mensen heel goed elkaars partner kunnen zijn. Focussen kan en wordt dan ook op verschillende niveaus toegepast. De ervaring leert dat velen die eenmaal de kracht en diepgang van focussen hebben ervaren, ernaar verlangen zich daar verder in te verdiepen. In zijn eenvoudigste vorm kun je zeggen dat focussen is: “aandacht hebben voor iets dat je voelt in je lijf en dat gaat over iets in je leven”. En hoewel de focusvaardigheden van de coach of begeleider van belangrijke invloed kunnen zijn is het niet een techniek die door de coach of therapeut wordt toegepast óp de cliënt. Het is een vaardigheid die een cliënt kan leren als hij of zij het niet al uit zichzelf doet. Deze vaardigheid is van nature in mensen aanwezig,  maar in de overwaardering van het rationeel verklaarbare is ze bij de meeste mensen ondergesneeuwd geraakt.

tvc 7De coach/therapeut kan de cliënt uitnodigen tot een focussende houding, bijvoorbeeld door de cliënt te vragen eens na te gaan hoe deze situatie aanvoelt in het lijf. En tijd en aandacht te besteden aan dit lijfelijk ervaren. De coach/therapeut is daarbij model voor de manier waarop de cliënt aandacht kan hebben voor dat daar vanbinnen. Zij interpreteert niet, geeft geen oordeel. Wel is er een benieuwde, ontvankelijke aandacht voor de innerlijke beleving van de cliënt. De coach/therapeut geeft geen instructies, wel uitnodigingen die het proces kunnen helpen ontvouwen.

Soms wordt dit door cliënten eenvoudig opgepakt, soms zal het voor een cliënt moeilijk zijn bij zo’n ervaren gevoel te komen of te blijven. Soms is het methodisch aanleren in een cursus de meest aangegeven weg. Natuurlijk kan er ook tijdens een focusproces van alles gebeuren waardoor het proces stokt. De therapeut of de coach helpt dan de weg vrij te maken zodat het proces zich kan hernemen. Het succes hangt af van de combinatie van de natuurlijke vaardigheden van de cliënt en de kennis en vaardigheden van de coach/therapeut op het gebied van innerlijke focusprocessen.

Er zijn verschillende ingangen: vragen rond het omgaan met emoties als angst, verdriet, of boosheid;  gevoelens van onvrede; onvervulde verlangens; gedachten die maar blijven rondspoken; blokkades die iemand ervaart in het functioneren, moeilijk te doorbreken patronen. Kortom, alles wat onder een ‘onaangenaam gevoel’ past kan een ingang zijn. Een contra-indicatie is eigenlijk alleen een (dreigende) psychose.

Het resultaat van focussen reikt veel verder dan de reductie van klachten. Het geeft richting en bevrediging, vervulling. Focussen helpt coach of therapeut en cliënt niet alleen sneller bij de kern van een probleem te komen maar ook om de richting te vinden waarin de cliënt zichzelf meer kan ontplooien en zich op constructieve wijze kan verhouden tot zijn omgeving.

Literatuur

Gendlin, E.T., Focusing. New York, Bantam Books, 1978. De. Vertaling Foucussen, De Toorts 1981.

Bruijn, E. de, Focussen, de kracht van innerlijk luisteren. Lannoo, juni 2014.

Dit artikel werd in juni 2015 geplaatst (zonder illustraties) in het E magazine van Het Tijdschrift voor Coaching