Over innerlijke gehoorzaamheidspatronen

Wat zie je hier?

De meeste mensen zien op het plaatje een papegaai.In werkelijkheid echter is het een body paint project van de kunstenaar Johannes Stoetter.

Dat we toch een papegaai zien, komt omdat wij in patronen en in vaststaande concepten denken. “We zien de dingen niet zoals ze zijn maar zoals wij zijn”,  zegt Socrates; het lijkt op een papegaai, dus zien wij een papegaai.

Dat gaat niet alleen over visueel waarnemen maar ook over handelen. Je denkt een situatie te herkennen en handelt daarnaar. Het is echter niet de situatie waarop je reageert maar jouw interpretatie daarvan. Je denkt dat je weet wat je ziet of ervaart. Maar in feite zoek je de inpassing van dat wat je ziet (of hoort of ervaart) in een patroon dat je kent. Vaak gaat dat goed, sterker het is ook wel handig. Het maakt dat we snel kunnen reageren. Maar soms zit het in de weg. Zoals bij het plaatje boven.

Of het zit in de weg in ons leven. Je voelt je altijd slachtoffer, in welke situatie dan ook. Je voelt je nooit gehoord, gezien. Je zegt altijd ja, ook als je eigenlijk nee zou willen zeggen. Je zou het wel anders willen maar het lukt je niet. We noemen het onze verslavingen of denken dat we nu eenmaal zo zijn. Geen wonder want de neiging patronen te volgen is sterk, heel sterk. Zelfs als je weet dat er op het plaatje boven een vrouw zit is het nog moeilijk om háár te zien in plaats van de papegaai.

Dat maakt veranderen ook zo moeilijk. Het is echter niet onmogelijk. Dat we zo sterk in patronen leven, zegt Gendlin, is ook een patroon. In feite bestaan we echter niet uit statische inhouden (ik ben nu eenmaal zo) maar zijn we proces. Proces dat bovendien de natuurlijke neiging heeft om zich in die richting te bewegen die ons tot volle bloei brengt. Maar soms zit het vast; er is sprake van geblokkeerd proces. Dat lijkt onveranderlijk maar dat is het niet. In deze blog wil ik iets laten zien over het in patronen leven en wat de mogelijkheden zijn om het geblokkeerde proces weer in beweging te krijgen.

Rollen

In ons dagelijks leven vervullen we vele rollen, man, vrouw, kind, ouder, partner, therapeut, christen, moslim, politicus, dokter, ondergeschikte, leidinggevende, Nederlander, Drenth, Hagenees,  conservatief, liberaal, links, teamspeler, solist etc. “Jij bent een echte Jansen of jij bent een echte De Vries.”

Ook karaktertrekken worden vaak in rollen vertaald, bijvoorbeeld die van rebel, zorger, pleaser, slachtoffer, goede luisteraar. Sommige rollen vervul je bewust, sommige onbewust.

 

We definiëren onszelf ook vaak met die rollen – ik ben een …….

(Je zou voor jezelf een lijstje kunnen maken met de rollen die jij vervult, waarmee jij jezelf definieert.)

 

 

Gedrag

Die rollen zijn vaak nogal strikt. Als je succesvol bent, heb je het druk of nog erger, als je niet druk bent, ben je een looser; je bent óf christen óf moslim; een teamspeler óf een solist; als vegetariër ben je hypocriet als je een keer een kroket eet.

Aan die rollen kleeft kennelijk een bepaald gedrag, bepaalde overtuiging. De do’s en don’ts van een bepaalde rol. ’Ja hij is een échte man’; ‘Zij is een typische borderliner’. ‘Is dat nou een christen?’; etc.

De do’s en don’ts zijn niet voor iedereen gelijk, familiecultuur, landsaard, streekaard, sociale klasse, etc.  spelen daarbij allemaal een rol. Een paar voorbeelden:

  • Als patiënt luister je naar de dokter
    • Als cliënt denk je dat de therapeut het wel zal weten
    • Een man is sterk en huilt niet (nog heel vaak!)
    • Als teamspeler zoek je altijd het gezelschap op
    • Als Nederlander ben je nuchter
    • Als Aziaat kies je eerst voor de groep.
    • Een rebel start altijd met een ‘nee’.

 

(Je zou nu even tijd kunnen nemen om een of een paar rollen te kiezen waarmee je jezelf hebt gedefinieerd, en eens na te voelen, denken over het gedrag dat daarbij hoort …neem je tijd,  misschien komt er al iets verrassends op …)

Emoties en gevoelens

Bij die rollen hoort niet alleen een bepaald gedrag maar ook bepaalde emoties of gevoelens. Die emoties lijken misschien authentiek maar zijn vaak cultureel bepaald. Als moeder hoor je je kind te missen. Een priester mag niet twijfelen. Wij Nederlanders moeten vooral bescheiden zijn, anders denk je zeker dat je beter bent dan de rest? Ook familiecultuur speelt een rol: Een vader die tegen zijn huilende kleuter zegt:  “Een echte Janssen huilt niet.”  Hoeveel mensen, vooral vrouwen zijn er niet die hebben geleerd om niet boos te worden? Of wat dacht je van deze ”Dat doet me niets, daar sta ik als professioneel hulpverlener boven.” Hoe deze emoties zich verhouden tot de rollen is niet altijd zo duidelijk. Maar allemaal zijn we opgegroeid met een dik boek met ongeschreven regels.

Ongeschreven regels kunnen van buiten komen, “Dat doe je toch niet, bedwing jezelf een beetje of van binnen: “Als volwassene mag je niet jaloers zijn” of  “Als man kan ik dit niet begrijpen, dit is een vrouwending”. Iemand die zichzelf definieert als slachtoffer voelt zich ook altijd gedupeerd, en weet met een enorme creativiteit bewijzen te vinden voor een attack op hem of haar.

( Misschien kun je nu nog eens kijken naar de rollen die je eerder hebt gekozen waarmee jij je identificeert en het gedrag dat daar bij hoort. Welke emoties horen daarbij of juist niet? Denk aan Nederlandse cultuur, familiecultuur, maatschappelijke positie.)

Patroon

Een rol met zijn bijbehorend gedrag en de daaraan gekoppelde emotie vormen samen een patroon.

Rol + gedrag + emotie => patroon.

Wij hebben de onbewuste neiging ons te voegen in deze patronen, ons te gedragen en te voelen conform deze patronen. Dit is wat Gene Gendlin een ‘obedience pattern’ noemt, een innerlijk gehoorzaamheidpatroon. Als dit dan dat. Het werkt als een automatische piloot.

Een van onze patronen bestaat uit de neiging om externe leiders te volgen. Als je iets niet weet, of ergens last van hebt zoek je de oplossing bij een deskundige. De dokter/therapeut zal het wel weten; een wijze leraar; al de zelfhulpboeken. We verwachten de goede antwoorden van een externe autoriteit. Die externe autoriteit kan trouwens ook heel goed inwendig zitten, jouw superego, jouw innerlijke criticus weet precies wat je wel en niet moet doen om een beter, gelukkiger mens te worden.

Het slaafs volgen van deze patronen maakt ons doof voor onze innerlijke bron. Het blokkeert het innerlijke, natuurlijke proces van ‘worden wie je bent’.

(Je zou even tijd kunnen nemen om na te gaan of je daar iets van herkent? Is er iets dat zogenaamd goed voor je is? Iets wat niet goed voelt en dat volgens jou komt omdat je niet genoeg dit of dat doet?)

Als je eenmaal een beetje beeld hebt gekregen van een innerlijk gehoorzaamheidspatroon dan is de volgende stap natuurlijk de uitnodiging om uit dit patroon te stappen. Maar hoe?

Het is niet zo makkelijk om tegen je therapeut of je leraar te zeggen dat je het niet met hem of haar eens bent, je niet langer een slachtoffer te voelen. Niet zo makkelijk om te zien dat er in deze situatie misschien ook iets goeds zit voor jou. Als je serieus genomen wilt worden door je collega’s dan kun je toch maar beter niet ….  We weten allemaal hoe moeilijk het kan zijn om gedrag te veranderen.

3 niveau’s van ervaren

Dat verandering zo moeilijk is komt omdat je probeert het gedrag te veranderen op het verkeerde niveau. In zijn filosofisch werk ‘Een Procesmodel’ onderscheidt Gendlin 3 niveaus van voelen, van ervaren.

Niveau van de impulsieve reactie. Hier zijn voelen en gedrag één, bv. een kat met een dikke staart of een hoge rug.  Dit is het niveau waarvan wij het gevoel hebben dat verandering niet mogelijk is. Het is al gebeurd voor je er erg in hebt.

2 Niveau van emoties. Bij dieren valt de ervaren emotie en het gedrag samen in een impulsieve reactie. Mensen kunnen leren om deze twee los te koppelen. Dat kan omdat bij mensen een emotie een cultureel bepaalde reactie is op een gebeurtenis. Op dit niveau kun je gedrag veranderen, door te pauzeren. Daarmee is echter nog niet het onderliggende patroon veranderd. De neiging om dit patroon te volgen blijft bestaan.

3 Niveherzien1au van de felt sense. Dit is het niveau waarop blijvende verandering tot stand kan komen. De felt sense vormt zich voorbij de emotie, of er onder. Een felt sense is niet cultureel bepaald. Het is uniek voor jou, in deze situatie en met betrekking tot deze gebeurtenis.

 Een verschil tussen emotie en felt sense is dat je je bij een gegeven situatie kunt voorstellen welke emotie daarbij kan            horen. Van een felt sense kun je dat nooit. Die is absoluut uniek.

 

Transformatie

Een felt sense is een ervaring. Je voelt in je lijf hoe je deze situatie, dit patroon in je meedraagt. Je voelt het bijvoorbeeld ter hoogte van je maag, alsof het ingesnoerd is daar. Dit is de plek waar we moeten zijn. Hierin zit veranderingspotentieel. Niet door het te willen veranderen maar door er op een actieve benieuwde manier aandacht voor te hebben. Er als het ware een relatie mee aan te gaan. Zo’n ervaren plek begroeten doet vaak al veel. Je zou ook eens na kunnen gaan of er misschien een beeld bij op wil komen – “He ja het voelt zoals je halsband van een hond, als je er aan trekt gaat hij strakker zitten”. Als zo’n beeld klopt met het gevoel, dan zul je merken dat ´het´ reageert. Het voelt al iets ruimer, of lichter. Het is belangrijk geen haast te hebben, geen oordeel en geen verwachtingen. Maar een open benieuwde houding, bereid te ontvangen wat er maar naar boven wil komen. Soms komen er emoties, of herinneringen, of beelden. Deze worden alle in vriendelijkheid ontvangen. Op deze wijze ontvangen en doorvoelt, krijgt het lichaam de kans het oorspronkelijke proces weer op te pakken. De blokkade kan transformeren en de volgende stap dient zich aan. Dat helpt je patroon te veranderen, op een natuurlijke manier. Natuurlijk gaat dat niet vanzelf, soms lukt dat in je eentje. Vaak werkt het veel beter met een maatje erbij en soms heb je een professionele begeleider nodig. Maar zelfs als het een langdurig proces is zul je merken dat iedere stap licht en lucht brengt daarbinnen.

Er zit levensenergie verstopt in jouw geblokkeerde patroon, het enige dat je hoeft te doen (en dat is soms echt niet zo makkelijk) is het onderkennen en er op felt sense niveau, in je lichaam dus, contact mee maken. Met Gendlin zijn woorden: ‘Laat je lichaam de verandering maken die het met zich meedraagt.’