rode_ridder2

Gastblog door Evelien Kroese

Wil je je verder verdiepen in Focussen, dan past een workshop ‘Criticus en het Kind vanbinnen’. Ooit in het leven geroepen als beschermer, de ridder die ons op het rechte pad houdt, vormt de criticus in een later stadium vaak die keiharde muur waar je tegenop loopt, zodra je eens een andere kant op wilt. Tijdens de gelijknamige tweedaagse workshop bij Aaffien de Vries werd het bijna hilarisch, onze lijst met innerlijke critici. Alle ridders op een rijtje. Dan blijkt hoe ze uit een ver verleden stammen. Onze eigen donkere middeleeuwen. “Je bent het niet waard”, zegt er een. “Het lukt je toch nooit”, roept de ander. “Het mag niet”, doet de volgende een duit in het zakje. Zo gaan ze maar door. Aaffien maakt terecht de opmerking dat hij het altijd zo zeker weet, onze criticus. Hij is zo stellig. Geen wonder dat we er vaak mee samenvallen. Het is ‘de waarheid’ die wordt verkondigd. Hoe kun je ingaan tegen de waarheid? Dat maakt het vaak zo zwaar om ermee om te gaan.
Meestal drukken we onze criticus terug met een tegengeluid. “Nee nu even niet”, of: “Morgen ga ik er wat aan doen”.

Dat wegdrukken werkt niet. Het is zoals de ballon die je onder water drukt; het kost veel energie om hem daar te houden. De symptomen waaraan je de aanwezigheid van de criticus kunt herkennen liegen er dan ook niet om: moeheid, depressie en wanhoop worden ons deel. Bah! Wat een lastpak. Wat een energievreter. Een lastpak is het, en toch ook in essentie een lieverd. Een onhandige ridder, wiens opdracht het ooit was om ons te behoeden voor pijn en verdriet; voor de angst om geknipt, geschoren, verlaten of afgewezen te worden door ouders, geliefde personen of groep.

Wat de omgang met de criticus bijzonder maakt, is onze gehechtheid er aan. Hij brengt ons ook het nodige namelijk. Hij behoedt ons tegen vermeend gevaar. Ook kan hij nog wel eens de zweep zijn waar we ons maatschappelijke succes aan te danken hebben; die verborgen drijfveer die ons tot grote hoogten opjaagt. Adèle Bloemendaal zei hierover: “Als ik naar een psychiater ga, verlies ik mijn brood.” Wij hebben vaak veel aan onze criticus te danken. Ergens weten we dat ook en zijn we bang om hem kwijt te raken. Hoe er dan mee om te gaan?

Het harnas van de criticus gaat knellen als we doorgroeien, als we toe zijn aan verandering en last krijgen van onze oude strategieën. Dan wordt een gesprek noodzakelijk. Misschien met een psycholoog (die kan focussen), maar vooral met onze eigen ridder. Nodig hem maar uit. Bedank hem voor al het werk dat hij heeft verricht. Heet hem welkom, en vraag hem: “Hoe was het nu voor jou al die jaren?” en “Hoe zou het voor je zijn om met vakantie te gaan? Met pensioen!”
Meerdere van mijn ridders – want ja, vaak zijn ze met meer – waren zo blij dat ze hun harnas af konden leggen. Ze waren moegestreden. Wat wij kunnen doen is hen dat laten voelen.
Dat we nieuwe dingen hebben geleerd die beter voor ons werken. Dat we voor onszelf kunnen zorgen, volwassen zijn, draagkracht hebben en overzicht.
Tijdens het weekend bij Aaffien was het heerlijk en zinvol om zo actief bezig te zijn met onze innerlijke critici en de ervaringen te delen met de anderen. Je leert je ridders kennen, theoretisch maar vooral ook praktisch, door het vele Focussen tijdens zo’n weekend.

Op zaterdag, na de eerste workshopdag, lag ik ’s avonds in mijn bed met een volledig schoon gevoel. Alsof alle boosheid, gevoelens van vastzitten – ook die waar ik me daarvoor niet van bewust was (!) – uit me waren gevaren. De ridder was er vandoor en een nieuw fris gevoel diende zich aan. Iets van innerlijke rust, harmonie, vernieuwing. Het voelde ineens een stuk ruimer van binnen. Lente!