Vorige week gaf ik een cursus. Eén van de cursisten was hoogzwanger, ik noem haar hier Marijke. Ze had vantevoren aangegeven niet zeker te weten of ze kon komen. Toch wilde ze liever niet een dag missen uit een reeks van bijeenkomsten. Iedereen was blij dat ze er was, mét haar prachtige ronde buik, waar af en toe een duidelijke beweging zichtbaar was. Zoals we dat gewoon zijn, begonnen we met de aandacht naar binnen te richten. Na deze innerlijke begroeting volgde een rondje waarin een ieder die dat wilde iets kon vertellen in de groep. Na verschillende anderen wilde ook Marijke iets delen. Met tranen in haar ogen zei ze ”ik ben er eigenlijk niet, althans niet écht. Mijn ratio doet bijna niet mee, het is allemaal lijf. Ik zal misschien niets verstandigs kunnen zeggen. Maar als ik zó mee mag doen dan kan ik blijven”. De tranen stroomden inmiddels over haar wangen. Dit raakte ons, en mogelijk de lezer ook, het roept iets op van “Natuurlijk hoor je er bij”.
Het raakt ook nog iets anders. Kennelijk zit daar van binnen iets dat er van overtuigd is dat je alleen maar mee mag doen als je verstandige dingen kunt zeggen. Als je rationeel bent. Had je vooraf aan Marijke gevraagd wat zij belangrijker vindt: ‘weten met je hoofd’ of ‘weten met je lijf’- had ze waarschijnlijk ‘weten met je lijf’ genoemd. Ik denk dat Marijke niet de enige is. En toch …. Is het je wel eens opgevallen hoe vaak mensen zich verontschuldigen voor tranen? “Sorry hoor, dat ik zo emotioneel reageer.” “Laat me maar even, het is zo wel over.” “ik moet even weer tot mezelf komen”. We mogen niet teveel vanuit de emotie reageren, emoties zijn slechte raadgevers. Vaak wordt gezegd dat in onze Westerse wereld de ratio overgewaardeerd is. Eerlijk gezegd heb ik dan vaak het idee dat dit al zo vaak gezegd is dat het een beetje loze woorden geworden zijn. Maar deze gebeurtenis met Marijke zette me aan het denken. Zou het kunnen dat niet alleen zij ergens van binnen zeker meent te weten dat als je ratio niet mee kan doen, je buiten de groep staat, niet mee mag doen? Je er eigenlijk niet écht bent? Het zou me niet verbazen.
Het is In ieder geval een mooi voorbeeld van wat Gene Gendlin ‘gehoorzaamheidspatronen’ noemt. Vastgeroeste ideeën over wat goed en fout is, over hoe het hoort. Zó vastgeroest dat we het niet (meer) in de gaten hebben. Je bent het je niet bewust maar je bent wel geneigd je te gedragen, ja zelfs je te voelen conform deze innerlijke overtuigingen.
Even voor alle duidelijkheid. Ik heb niets tegen de ratio, in tegengeel zelfs. Ik ben er blij mee, het helpt me om over dingen na te denken, woorden te vinden en verbanden te benoemen en deze blog te schrijven. Ook heb ik niets tegen emoties, sterker nog, zonder dat zou ik geen echt mens zijn.
Maar emoties en ratio zijn maar een deel van ons. Belangrijk maar beperkt. En daarom beide op zich, geen goede raadgevers. Gedachten, overtuigingen, emoties, ze kunnen de motor zijn voor gedragsverandering maar het onderliggende patroon, de neiging tot een bepaald gedrag verandert er niet door. Dat maakt het ook zo moeilijk om gewoontes te veranderen. Voor een blijvende verandering moet je naar het niveau van wat in focussen felt-sensing wordt genoemd.
Daar, op dat niveau, dáár zit een echt goede raadgever. Eentje die rekening houdt met wat goed is voor jou én voor je omgeving. Die felt-sensing-laag is de laag die we met focussen aanboren. Emotie kan daarvoor een goede ingang zijn. Emotie is zelfs een aspect van wat we een felt-sense noemen. Net als de situatie waar zo’n felt sense bij hoort; laten we een voorbeeld nemen van een vervelende opmerking van je manager. (Goh, wat denkt ie wel niet!) Ook het verhaal is een aspect. Maar niet het hele plaatje, er is meer. Via de felt sense, via het ervaren in het lijf komen we bij ‘het meer’ van dit onderwerp. Stapje voor stapje ontdekken we waar het écht om draait in deze kwestie. De eerste stap is het lijf, dat is ons ijkpunt, daar zit de ingang naar die felt-sensing laag. Als ik boos ben (of mijn cliënt of mijn zoon) is mijn 1e vraag “hoe voelt dat in mijn (jouw) lijf?“ “Het zit hier, op mijn borst en het straalt uit naar mijn schouders en zelfs mijn armen.” Vanuit dit ervaren kunnen zich nieuwe aspecten ontvouwen. Dat vraagt van mij een actieve houding. Niet actief in de zin van er aan gaan zitten peuteren, het analyseren of interpreteren. Wel een actieve en vriendelijke aanwezigheid, zonder druk, zonder al te veel vragen, aftasten waar draait het nou echt om in deze situatie. In kleine stapjes, met veel tijd en ruimte. Actief en benieuwd afwachten of zich nieuwe aspecten willen openen, zo kan er bijvoorbeeld een symbolisatie komen, “dit boze voelt als een donkere wolk, aardedonker, er zit bliksem en donder in.”
Met de symbolisatie worden nieuwe aspecten geopend. Zo kan er een herinnering komen aan een situatie uit het verleden. Er kan energie vrijkomen: “ik zou hem een enorme rotschop willen geven.” Alle nieuwe aspecten worden vriendelijk en zonder oordeel ontvangen. En wat je merkt is dat er dan iets verandert van binnen. Langzaam maar zeker wordt het rustiger en wordt het duidelijker wat je wel of niet moet doen, óf je iets moet doen. Er komt meer rust maar ook meer levendigheid, alsof het van binnenuit meer tot leven komt. De felt sense is de raadgever waar je echt iets aan hebt. En daar maken emotie en ratio beide deel van uit.
Onze cursusdag intussen verliep heel goed. We hebben een hele fijne en leerzame dag gehad. De theorie steeds benaderd in wisselwerking met ‘dat daar van binnen’, die felt-sensing laag. Daar waar veel meer weten zit dan we ons realiseren. We zijn ons meer bewust geworden van ingesleten paradigma’s die veel van ons handelen bepalen. Én we hebben contact gemaakt met hoe het voor ons aanvoelt, wat is goed, passend in deze situatie, op dit moment. En dat brengt lucht en licht, maar ook persoonlijke en professionele groei. Ook voor Marijke, die van binnenuit precies wist wat er nodig was. Toen ze naar huis ging en wij bezorgd vroegen of ze niet moe was, antwoordde ze dat, in afstemming met ‘daar van binnen’, het precies goed was zoals het was gegaan. En nu wachten we met spanning op het geboortekaartje!
De illustratie is een schilderij van Nicolai Sotskin en vond ik op www.artunica.nl
Weer een geweldig verhaal, Aaffien! Ik ga het uitprinten, als memo voor mezelf, en eventueel als introductie voor een klant die in januari hier komt. Dank je wel!
Hallo Pien, dank je voor je reactie. Het is fijn om te horen dat dit verhaal helpt om meer woorden te vinden om over Focusing te praten en te denken.
Dag aaffien,
Ik heb met belangstelling en herkenning je blog gelezen .
Mooi hoe je beschrijft hoe uiteindelijk de werkelijke focus boven kan komen. Een innerlijk zoeken naar wat het beste Past bij jou. De herkenning zit hem in het feit dat je, mogelijk onbewust precies beschrijft hoe er in gestalt therapie met onaffe gestalten gewerkt wordt. Ik vind het mooi dat je dit zoekproces wat al 70 jaar geleden werd beschreven door Fritz’ en Laura Perls nu in eigentijdse taal en omstandigheid neerschrijft. Dank daarvoor !
Mijn aanvankelijk reactie die ik opliep toen ik begon te lezen : “weer iemand die door het anders te benoemen, mooie sier maakt met gestalttherapie maar het niet zo noemt” sloeg na innerlijk onderzoek om in : ” fijn dat je zo helder de innerlijke zoektocht en de dillema’s die zich daar bij voortdoen, beschrijft. Waar ik wel benieuwd naar blijf is of je een gestaltopleidings achtergrond hebt of niet?
Bedankt nogmaals voor je mooie verhaal!
Hallo Jan,
dank je voor je waarderende en eerlijke reactie. Hoewel ik geen opleiding heb als gestalt-therapeut denk ik er wel iets over te kunnen zeggen. Ik denk dat je gelijk hebt dat het bij de de lijfelijke ervaring van een (oude of nieuwe) situatie, in het hier en nu, zowel bij Gestalt als bij Focusing om hetzelfde niveau van ervaren gaat. En ik denk ook dat beide benaderingen ervan uitgaan dat dit het niveau is waarop blijvende verandering tot stand komt.
Bij mijn weten is het Gene Gendlin geweest die het interne proces van aansluiting vinden op dit niveau heeft geïdentificeerd als een vaardigheid van cliënten. Hij heeft het focussen genoemd en het beschreven in een model zodat mensen die het niet (meer) als vanzelf doen, aan kunnen leren. Gendlin noemt Focusing heel nadrukkelijk geen nieuwe therapievorm maar iets dat in iedere vorm van therapie ingebracht kan worden (als dat niet al gebeurd).
Voor zover ik weet zit er overigens wel een verschil tussen de wijze van benadering van de felt-sense (Gendlins term voor het lijfelijk aanvoelen van een situatie) tussen Gestalt en Focusing. Bij Focusing ligt er sterk de nadruk op de wijze waarop de cliënt zich zelf verhoudt tot die innerlijke felt-sense.
Op 8 januari geef ik een lezing/workshop over Focusing in de Gestalt-therapie Praktijk van Jan Philip Wieringa in Groningen http://www.gestaltis.nl Mocht je in de buurt zijn en zin en tijd hebben ….. wees welkom.
Ik hoop dat ik hiermee iets helderder heb kunnen maken dat Focusing geen ‘oude wijn in nieuwe zakken’ wil zijn en ook niet de concurrentie wil zoeken. Met de trainingen die ik geef hoop ik therapeuten een handreiking te bieden die hun eigen vorm van therapie verdiept en verbreed. Ik geloof erg in wederzijdse bestuiving en ik vind het ook wel heel mooi hoe jij je eerste reactie beschrijft en vervolgens je tweede reactie, na innerlijk onderzoek. Het werken met verschillende stoelen (volgens mij voortgekomen uit de Gestaltpraktijk) is bijvoorbeeld iets dat het focussen goed kan aanvullen. Als ik het gebruik zal ik niet verzuimen dit ook te benoemen als iets uit de Gestalt-therapie. Ieder voorbeeld gaat mank en zo doet ook deze te weinig eer aan de Gestalt, ik hoop dan ook dat je het wilt lezen als slechts een voorbeeld.
Ik denk te lezen dat jij vindt dat degene die de eer toekomt deze ook moet krijgen en daar kan ik het helemaal mee eens zijn. En daarin verdienen mi Fritz en Laura Perls en Gene Gendlin ieder een eigen plek.
Zeer nieuwsgierig werd ik door het lezen van dit artikel waarna ik contact heb gezocht met Aaffien.
Als nuchtere Groninger die sceptisch is over ‘wat niet te zien is’ was ik vooral nieuwsgierig naar de uitleg en werkwijze van de ongetwijfeld interessante persoonlijkheid achter dit verhaal.
Ik ben zakelijk op zoek naar antwoorden voor vastzittende patronen die niet voor handen leken te liggen. En dan heb ik het niet over werk in een zorg richting maar binnen ambtelijk/ politieke context.
Door samen op zoek te gaan naar een werkbare methode aangevuld met de hele praktische en toepasbare tips van Aaffien wordt het mij steeds meer duidelijk waar ‘ons probleem’ zit en hoe we er aan kunnen werken. Ongetwijfeld dat er nog vele andere wegen naar Rome leiden echter heeft Aaffien mij met al haar ervaring laten zien hoe tot de kern van een vraagstuk gekomen kan worden. En dat het antwoord veelal zelf gegeven kan worden.
Ondanks dat ik iedere keer nog weer verbaasd ben over het ‘hoe’, begeleidt Aaffien mij naar begrijpelijke antwoorden en oplossingen. Deze op en top professional in haar vak die inspeelt op de vraag en behoefte van de ander, combineert/ onderbouwt haar kennis en kunde met theorie. Tevens vertaalt zij dit voor mij in begrijpelijke en vertaalbare stof zodat ik er verder mee kan. Ik verheug me iedere keer weer op het vervolg.
Iedereen, die net als ik in eerste alleen maar vragen heeft over het focussen en de werkwijze van Aaffien, adviseer ik: ervaar en beleef het! Je zal mogelijk net zo versteld staan als ik.
Dank je wel Aaffien voor de nieuwe inzichten!
Dank je Evelyn, voor deze hartverwarmende reactie. Het is een feest om met je te werken. Je spontane reacties en je vragen helpen mij op de moeilijke zoektocht om onder woorden te brengen wat focussen nou eigenlijk is. En dat is moeilijk omdat, zoals jij ook al aangeeft, focussen iets is dat je moet ervaren om echt te kunnen weten wat het is.