Waar komt focusing vandaan?
Focusing is ontdekt en ontwikkeld door de Duits-Amerikaanse psycholoog en filosoof Eugene Gendlin (1926). In de jaren 70 deed hij onderzoek naar het effect van psychotherapie. Hij ontdekte dat het succes van therapie vooral te maken heeft met iets dat de cliënt doet. Niet de therapie of de persoonlijkheid van de therapeut bleek bepalend, maar veel meer wat cliënten zelf deden. Met name cliënten die wat meer bedachtzaam spraken, bleken meer baat bij therapie te hebben dan anderen. Dit was al hoorbaar in de eerste sessie. Eugene Gendlin onderzocht wat deze cliënten precies deden (vaak deden ze dat onbewust) en heeft het zo beschreven dat het ook geleerd kan worden aan mensen die het niet al van nature doen. Hij noemde het Focusing.
Eugene Gendlin heeft zich sterk gemaakt om Focusing te integreren in alle cliëntgerichte therapie-vormen. Daarnaast benadrukt hij het belang van Focusing buiten de therapiekamer. Focusing is te gebruiken op alle vlakken van het leven, niet alleen bij problemen. Gendlin heeft zijn filosofische ideeën over het menselijk bestaan en de menselijke mogelijkheden beschreven in zijn boek A Process Model. Het werk van Gendlin vindt gehoor en navolging in de hele wereld, zowel in oosterse als westerse culturen.
Niet de therapie of de persoonlijkheid van de therapeut is bepalend, maar veel meer wat cliënten zelf doen.